Hoe komen we naar B1? In zes bijeenkomsten buigen expertteams zich over de vraag hoe we straks meer cursisten naar niveau B1 krijgen. Op 17 december vonden de bijeenkomsten noodgedwongen online plaats. Niettemin werden we gefêteerd op prachtige pitches over wat er nodig zou zijn om de huidige praktijk te versterken. Daarna kozen de experts onderwerpen uit de genoemde verbeterpunten om verder uit te werken.
De derde succesfactor werd: vergroot de kennis van de wereld van de cursist.
Waarom is kennis zo belangrijk?
In de bijeenkomst op 17 december benadrukten meerdere experts het belang van kennis van de wereld, kennis van communicatieve situaties in Nederland als voorwaarde om B1 te kunnen halen. Achterliggende gedachte hierbij is dat je, om een onafhankelijk taalgebruiker op B1 te kunnen zijn, ook kennis van een veelheid van situaties in werk, opleiding en dagelijks leven moet hebben om in die situaties de taal te kunnen gebruiken.
In de beschrijvingen van het ERK (en daarmee ook in de lesmaterialen) ligt besloten dat sommige taalsituaties bij een bepaald taalniveau passen. Deze B1-situaties en -vaardigheden liggen nu nog vaak buiten het bereik van de inburgeringscursisten omdat zij vaak geen werk hebben of nog niet aan een opleiding begonnen zijn. In het Staatsexamen NT2 zitten veel werksituaties, maar als je nooit in Nederland gewerkt hebt, of misschien in het land van herkomst ook niet gewerkt hebt, dan kun je je niet voorstellen hoe je dan zou moeten communiceren met een collega. In lesmaterialen van A2 naar B1 komen deze situaties wel aan bod, maar als het klaslokaal de enige plek is waar ze met deze situaties in aanraking komen, blijft de weg naar B1 lastig. Daarom moeten docenten hun cursisten vanaf het begin al in aanraking brengen met deze situaties, zodat kennis de taalverwerving kan versterken en de taalverwerving het opdoen van kennis kan versterken
Aansluiten op de leefwereld en de blik op de wereld vergroten
Inburgeringslessen moeten relevant zijn en gaan over onderwerpen die belangrijk zijn voor de inburgeraars, over zaken die ze nodig hebben, over de echte wereld buiten de les, maar ook over de toekomst. Zeker bij inburgeraars die nooit gewerkt hebben of die uit landen komen met een grote informele economie, is alleen aansluiten op de eigen leefwereld niet genoeg. Zorg dat je de inburgeraars in de les en in de praktijk in aanraking laat komen met allerlei onderwerpen.
Leer als docent de cursisten echt kennen, zodat je te weten komt wat hen bezighoudt en interesseert, en nieuwsgierigheid kunt stimuleren. Laat de cursisten zelf onderwerpen aandragen, dan weet je zeker dat deze betekenisvol, interessant of belangrijk worden gevonden. Aansluiten bij het nieuws is ook altijd goed. Bespreek maatschappelijke thema’s, koppel deze aan alle vaardigheden en KNM. En denk ook eens aan korte cursussen in samenwerking met participatieaanbieders over een onderwerp dat de cursisten interesseert, bijvoorbeeld EHBO, gezonde voeding, financiële redzaamheid etc. Door te werken aan echte inhoud breid je niet alleen de kennis uit, maar werk je automatisch ook aan taalvaardigheid.
De experts in de bijeenkomst waren unaniem dat je B1 niet haalt door nog wat meer te oefenen, langere zinnen te maken en meer woorden te kennen. Vanaf dag 1 moet de blik naar buiten gericht zijn, moet je zorgen dat cursisten een taalrijke werk(ervarings)plek of participatieplek krijgen (zowel mannen als vrouwen). De experts gaven aan dat het belangrijk dat de rol van de docent zich niet tot de klas beperkt, maar dat de docent ook een rol zou moeten spelen in het contact met de werkgevers, stagebegeleiders en dergelijke, om de interactie te versterken.
Vergeet hierbij ook het informele leren niet. Zeker inburgeraars die minder makkelijk uit een boek leren, zijn aangewezen op de praktijk. In de praktijk kunnen zij zowel taal leren als kennis opdoen over situaties en culturele aspecten van participeren in Nederland. Zorg dat ze in aanraking kunnen komen met nieuwe situaties en daarbij begeleid worden door een taalmaatje of begeleider. In de taallessen kun je vervolgens hierop aansluiten en het leren op de werkvloer stimuleren door gerichte opdrachten. Ook buiten werksituaties is het belangrijk om via buitenschoolse opdrachten de cursisten kennis te laten opdoen over Nederland.
It takes two to tango
‘Iedereen doet mee, liefst via betaald werk’ is de slogan. Gaat dit lukken? Dat is nog maar de vraag. Mensen direct een taalrijke (werk)plek laten krijgen, is niet zo makkelijk. Hopelijk kan de nieuwe wet hier verandering in brengen. Het kan een meerwaarde hebben als een taaltraject ingebed is in een samenwerkingsvorm tussen verschillende partijen, waarbij partijen zijn aangesloten die ondersteunen bij (toeleiding naar) werk.
Dit vraagt ook iets van de samenleving: ‘it takes two to tango’. De experts suggereerden dat er eigenlijk een SIRE-campagne zou moeten komen, om iedereen te wijzen op zijn rol bij de inburgering van nieuwkomers en de maatschappij kennis te laten maken met het B1-niveau zodat er een civiel effect vanuit kan gaan.
Er is geen scheiding tussen taal en kennis
Wat toetsen we eigenlijk in het inburgeringsexamen of staatsexamen? Taal of kennis? Als je kennis van het onderwerp hebt, dan kun je veel vragen al beantwoorden. Uit onderzoek blijkt dat het erg moeilijk is om een tekst te begrijpen, laat staan ervan genieten, als je te weinig voorkennis van het onderwerp hebt. In alles wat we doen, staat kennis centraal. Wij realiseren ons niet wat een cursist niet weet. Als docent moet je daarom continu voorkennis activeren en zo nodig (met de groep) deze kennis aanvullen en bruggen slaan tussen de eigen (culturele) kennis van de cursisten en de situatie in Nederland. Dat vraagt om een nieuwsgierige, intercultureel ontwikkelde docent.
Zoek hiervoor naar teksten waarmee cursisten echt aan de slag kunnen en die hen interesseren. Want echt begrijpend lezen is niet het beantwoorden van vragen over een tekst, maar een actief denkproces. Via teksten leer je niet alleen dagelijkse algemene taalvaardigheid, maar juist ook de cognitievere (academische) taalvaardigheid die je nodig hebt in opleiding en werk op B1. Via het werken aan inhoudelijke onderwerpen gaan uitbreiding van kennis en taalvaardigheid hand in hand.
Om op B1 met succes te kunnen communiceren moet je een groot arsenaal aan ‘schemata’ in je hoofd hebben die je op het juiste moment kunt activeren. Dit geldt zowel voor mondelinge als schriftelijke vaardigheden. Bij een brief of e-mail is er allerlei bewuste en onbewuste kennis die je inzet voorafgaand en tijdens het lezen. Wat voor tekst is dit, van wie is het afkomstig, is het belangrijk of urgent? Hoe zie ik dat? Wat moet ik normaalgesproken hiermee doen, zie ik aanknopingspunten in de tekst over wat ik moet doen (kopjes, stippellijnen, data)? Aan wie kan ik hulp vragen? In een les kun je met cursisten oefenen om snel tekstsoorten te leren herkennen en voorkennis te activeren. Je kunt bijvoorbeeld allerlei rubriceeroefeningen doen met authentiek materiaal en via modellen de cursisten helpen om grip te krijgen op teksten.
Van statisch naar dynamisch via portfolio
Het aanbod in de taalmethodes is over het algemeen goed doordacht, maar daarmee tegelijkertijd ook statisch. De relatie met de buitenwereld en de strategieën die inburgeraars nodig hebben om met hun eigen werkelijkheid om te gaan ontbreekt meestal. Als docent heb je handvatten nodig om cursisten hierbij te ondersteunen. Het zou mooi zijn als dit in leermiddelen geformaliseerd kan worden, zodat het echt onderdeel wordt van de dagelijkse lespraktijk.
- Besteed serieus aandacht aan thuisuren voor het kijken en luisteren in het Nederlands om kennis uit te breiden, nieuwsgierigheid te stimuleren en woordenschat op te bouwen.
- Formaliseer dit via bijvoorbeeld een officieel boekwerkje of portfolio dat onderdeel uitmaakt van voortgang en beoordeling of door in lesmaterialen na elke semi-authentieke tekst of een bepaald onderwerp een opdracht in te bouwen waarmee de cursisten zelf buiten de les een actie ondernemen.
- Via (bijvoorbeeld) een kijk-luisterdossier kun je gericht en gestructureerd werken aan het verwerken van de informatie. Bijvoorbeeld hoe vond je dit, maar ook talige verwerking zoals 15 woorden per tekst inventariseren: 5 woorden die je herkent, 5 die nieuw zijn en 5 die je wilt onthouden.
Op slippers kun je geen berg beklimmen – zorg dat de cursist ook weet wat B1 is
Geef de cursisten zelf ook inzage in de eisen van de examens B1. Ook zij moeten zich realiseren dat een grote kennis van de wereld nodig is om te kunnen participeren in Nederland en om het examen te kunnen halen. Inburgeren is als een berg beklimmen. Je moet conditie opbouwen en je hebt goede schoenen nodig. Op slippers red je het niet, zoals een van de experts in haar pitch mooi benoemde.
Verwijzingen
- Begrijpend lezen in een ander licht (in: Taal in de context van W&T, juli 2016). (2016). Geraadpleegd van https://www.nro.nl/sites/nro/files/migrate/Boendermaker-2016-Begrijpend-lezen_Deel3.pdf
- van Gelderen, A. (2018). Begrijpend lezen: wat is dat? (Oktober 2018). SLO.
Geraadpleegd van https://www.slo.nl/publicaties/@10534/begrijpend-lezen/
Meer! Meer!
Voor meer informatie over het project Hoe komen we naar B1?, zie bvnt2.org/hoekomenwenaarB1. Daarop vind je andere blogs, artikelen en interviews met succesfactoren.
Experts van de bijeenkomst waarop deze blog gebaseerd is, zijn: Annet Berntsen, Ellis Delken, Jan Deutekom, Jedidja Witmer, José Scholte, Kaatje Dalderop, Mariska Sondervan, Onno Ter Haar, Petra Lentjes, Petra Popma, Sabrina Braun.